Een lycée (onder leiding van een proviseur) staat grotendeels gelijk aan een zes-klassencollege in het Verenigd Koninkrijk en met een ‘grammatica’ of ‘high school’ (maar is hoger dan een Amerikaanse high school of twee-jarig college), en verschaft uitstekend onderwijs.
Het is het doel van alle ambitieuze studenten om naar een lycée te gaan en de competitie voor plekken is groot. Er zijn minder lycées dan collèges, waardoor er minder keus is. In landelijke gebieden nemen lycées studenten aan vanuit een groot gebied en vele bieden, vanwege de reisafstanden, onderdak van maandag tot en met vrijdag. Op een lycées worden studenten meer als universiteitsstudenten behandeld en ze zijn niet verplicht op school te blijven als ze geen les hebben.
De informele, vaak ongedwongen sfeer staat echter in contrast met de constante druk van maandelijkse toetsen (interrogation) en het schrijven van formele proefschriften voor veel vakken. Het staat vast dat, behalve als studenten bereid zijn hard te werken, het een weggooien van tijd is naar een lycée te gaan. Hieronder zijn twee soorten lycées beschreven.
Somimge lycées bieden huisvesting aan (internat) voor vier nachten per week (maandag tot en met donderdag); een paar accepteren internes voor zondagnacht. ’S Avonds worden er vaak sport en sociale activiteiten en ook huiswerkperioden onder toezicht georganiseerd. De meeste internats zijn niet-gemengd, maar het kan mogelijk zijn voor kinderen van het andere geslacht om een kamer dichtbij te huren en op de school avond te eten en mee te doen met de sociale activiteiten – in dit geval worden ze internes externés genoemd. De kosten zijn redelijk: ongeveer €2,500 per jaar voor een interne en iets minder voor een interne externé.
Een algemeen en technisch lycée bereidt studenten voor op een algemeen of technisch baccalauréat of een technisch diploma (brevet de technicien/BT). Er zijn ook professionele lycées (Lycées Professionnels/LP) en Centres de Formation d’Apprentis (CFA) die cursussen aanbieden die leiden tot beroepsdiploma’s.
De cursus is verdeeld in tweede- (seconde), eerste- (première) en eindklassen (terminale). De tweede of classe de seconde de détermination wordt zo genoemd omdat het studenten voorbereid op het kiezen van een type baccalauréat. Weinig van deze studenten specialiseren zich of kiezen voor een specifiek baccalauréat; uitzonderingen zijn muziek of dans en bepaalde technische diploma’s. Gedurende de tweede klas krijgen studenten Frans, wiskunde, een moderne vreemde taal, geschiedenis, aardrijkskunde, scheikunde, natuurkunde, biologie en geologie en lichamelijke opvoeding.
Zie kiezen ook vakken uit een van de volgende groepen:
Het is mogelijk om over te stappen van een praktische naar een academische klas of andersom via een overgangsklas (classe passerelle).
Na de tweede klas gaan studenten verder met een van de vakken die leiden tot het baccalauréat-eindexamen. Algemene en technische lycées bieden daarna ook klassen aan voor studenten die al een technisch baccalauréat of een BT behaald hebben. Deze studenten kunnen nog twee jaar studeren voor het brevet de technicien supérieur (BTS), dat ongeveer 90 specialisatiegebieden omvat. De houders van een BTS zijn in staat toe te treden tot een bedrijf of onderneming en een verantwoordelijke technische of administratieve positie te bekleden.
Het BTS programma heeft zich snel ontwikkeld sinds de invoering ervan dankzij goede vooruitzichten op een baan, en het wordt vaak gekozen in plaats van een universitaire opleiding. Het kan ook de mogelijkheid bieden voor een duale variant die praktische ervaring geef in handel of industrie, en BTS studenten kunnen aanvraag doen voor een van de meer dan 1400 beurzen van ongeveer €450 om werkervaring op te doen in een ander EU-land.
Opleiding aan een vakkundig lycée leidt tot beroepsdiploma’s. Deze omvatten het brevet d’études professionnel (BEP) en het certificat d’aptitude professionnelle (CAP). Een De BEP-diploma verschaft een hoeveelheid kennis die nodig is om in een bepaalde branche of industriële, commerciële, administratieve of sociale sector te kunnen werken, in plaats van dat het één specifieke vaardigheid leert. De CAP is meer gespecialiseerd en wordt beloond voor vaardigheid in een specifiek vak, zoals timmerwerk, loodgieterswerk of kleermakerij. Naast lessen op school omvatten de BEP en CAP ook praktijkperiodes bij bedrijven om studenten te introduceren in het werkveld.
Na het behalen van de CAP kunnen studenten in aanmerking komen voor het volgen van een tweede speciale of specifieke opleiding (seconde spéciale or spécifique), waarbij ze nog drie jaar technische opleiding volgen die leidt tot de BT. Studenten met een BEP of CAP kunnen ook nog voor een technisch of beroeps-baccalauréat, of baccalauréat professionnel gaan, na nog twee jaar studeren (zie hieronder). Voor bijna elk beroep in Frankrijk is er een erkende stage of een diploma (zonder welke het moeilijk is een baan te vinden in een bepaalde branche), waaronder voor archiefmedewerkers, winkelassistenten en bediening.
Het baccalauréat (ook wel bac genoemd) kan behaald worden op een lycée op de leeftijd van zeventien of achttien jaar en is automatisch een kwalificatie voor de Franse universiteit. Degenen die hun einddiploma halen worden bacheliers genoemd. Er zijn meer dan 30 baccalauréats die je kan behalen, maar de drie voornaamste groepen zijn de volgende:
Studenten moeten hun baccalauréat behalen, zorgen voor een schoolverslag en een interview bijwonen met de examencommissie. Het selectiesysteem is van toepassing op technische instituten (IUT), scholen voor politieke studies (IEP) en post-baccalauréat instellingen die studenten voorbereiden op het BTS of op het toetreden tot een grande école (zie hieronder).
De lessen die genomen worden gedurende de laatste twee jaren op het lycée hangen af van het gekozen type baccalauréat. Er zijn zeven hoofdvakken in de eerste klas (die de tweede klas dus opvolgt) en acht in de terminale. Het baccalauréat bestaat uit twee delen, waarbij het eerste deel bestaat uit een examen Franse taal en literatuur (baccalauréat de français) dat wordt afgenomen in de eerste klas. Dit examen moet behaald zijn voordat enig ander examen gemaakt kan worden. Het tweede gedeelte van de bac wordt afgenomen in de terminale. Studenten die zakken kunnen deze het volgende jaar herkansen.
Het Franse Baccalauréat-examen kent net als alle Franse examens een score van 20. Een gemiddelde van 10 is voldoende om te slagen, 12/13 is vrij goed (mention assez bien), 14/15 is goed (mention bien) en 16 en meer is erg goed (mention très bien). Niet alle vakken wegen echter even zwaar, sommige worden gewogen in overeenstemming met het soort bac en aan de hand van een complex systeem van factoren (coefficients), al wordt er gewoonlijk hoge prioriteit aan Frans gegeven.
Europese universiteiten en de meeste colleges in de Verenigde Staten erkennen het Franse eindexamen/ baccalauréat als een toelatingskwalificatie, al moeten buitenlandse studenten hun Engelse taalvaardigheid bewijzen om in de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk te kunnen studeren. Een Amerikaanse universiteit zou credits kunnen geven aan een bachelier door hem toe te staan af te studeren in drie jaar in plaats van vier. De internationale optie voor het baccalauréat (option internationale du baccalauréat/OIB) en internationale baccalauréat (IB) eindexamens worden aangeboden door een aantal (gedeeltelijk) internationale lycées in Frankrijk.
Grandes écoles voorbereidende scholen (classes préparatoires aux grandes écoles/CPGE of prépa in het kort) zijn de eerste stap voor iemand met de ambitie naar een grande école te gaan, de elite hogere onderwijsinstellingen in Frankrijk. Toelating tot een prépa is gebaseerd op de behaalde cijfers van een student in de laatste twee jaar (première et terminale) op het lycée en de gekozen vakken.
Tegen het eind van april/begin van mei moet er aanvraag gedaan worden voor een prépa (dus voordat je werkelijk eindexamen doet), waarbij er een voorlopige selectie gedaan wordt gebaseerd op leraar- en schoolrapporten in het laatste jaar van het lycée. Succesvolle studenten brengen twee jaar (één in het geval van studenten diergeneeskunde) in een CPGE door, wat in het algemeen een onderdeel van het lycée is, al kan het ook gevestigd zijn binnen een grande école. Toetreding tot een prépa vormt een eerste selectie voor een grande école. Aan het einde van de tweejarige periode vinden er competitieve examens (concours) plaats voor werkelijke toelating tot een grande école. Dit examen heeft een zakkingspercentage van zo’n 90 procent!
Studenten die zakken voor de toelatingsexamens kunnen toegestaan worden nog een jaar op de voorbereidende school te blijven en het examen het volgende jaar opnieuw te doen als hun cijfers hoog genoeg zijn. Als ze opnieuw zakken moeten ze van richting veranderen, wat voor de meeste studenten betekent dat ze naar een universiteit gaan. Toch kan zelfs gedeeltelijk succes in een van de CPGE-examens al geheel of gedeeltelijk uitstel opleveren voor het diplôme d’études universitaires générales (DEUG), het examen dat gemaakt wordt aan het eind van het tweede jaar van de universiteit.